10. Revalidatiearts

De week erna was een intensieve week. Jeroen moest voor zijn werk op reis, waardoor ik met 2 kinderen alleen was. Gelukkig had ik voldoende hulp van familie en vrienden, maar toch is dat weer even zoeken. Daarbij hadden we deze week ook een afspraak bij de revalidatiearts. Dit was voor mij een enorme drempel. Zij kon ons helpen bij hulpmiddelen in de breedste zin van het woord. Ze gaf aan niet geïnteresseerd te zijn in een diagnose (natuurlijk wel, maar niet voor haar zorg), maar vooral in wat Jolijn nodig heeft. Care, not cure, noemde ze het. Ze kijken daarbij ook verder dan Jolijn. Ik vond dit bezoek heel lastig omdat het zo’n bevestiging is dat het niet gaat zoals het moet gaan. Natuurlijk zie ik dat wel, maar ergens voelt het ook wel fijn om in je eigen naïeve bubbel te zitten en gewoon de struisvogel te zijn. Als ik mijn kop maar in het zand steek, is het probleem er niet. Ergens is dit ook een soort overlevingsstand. Als ik teveel ga nadenken, kan ik het niet meer en ik zal wel moeten. Jolijn heeft de zorg nodig en die wil ík haar geven. Daarbij is er ook nog de onzekerheid van wat er nou aan de hand is en wat onze toekomst is en vooral ook die van Jolijn. Waar gaan we in vredesnaam op af… Gaat dit nog goedkomen, gaan we vroegtijdig afscheid moeten nemen of kan ze een relatief goed leven leiden met de nodige aanpassingen? En hoe zal ons gezinsleven daarin passen? Het blijft zo’n enorme achtbaan. Alle goede dingen op een dag zijn fantastisch, maar alle minder goede dingen komen keihard binnen. Een dag slecht drinken zorgt bij mij voor enorm veel stress en onzekerheid. En soms weet ik dan gewoon niet meer waar ik het moet zoeken.

Eind van de week had ik wederom contact met de kinderarts over voeding. Ook de Neocate ging niet lekker meer en ze dronk weer steeds minder. Obstipatie of reflux leek mij niet de reden, maar ik kon niet goed zeggen wat het dan wel was. Op de Neocate zou ze eigenlijk niet moeten reageren, dus waarom deed ze dit wel?